De planten in onze “prairie “ zijn oorspronkelijk afkomstig van de grote grasvlaktes in Noord-Amerika. De shortgrass prairie is droog en rotsachtig, met lage, polvormig groeiende planten. De tallgrass prairie is vochtig en vruchtbaar, met hoge planten die zich uitbreiden met uitlopers. Prairieplanten zijn sterk: vorst-, droogte- en windbestendig en bovendien nuttig voor bijen en vlinders.
De nieuwe groei begint laat: pas rond half april, de hoofdbloei in de nazomer is uitbundig en kleurrijk en de uitgebloeide planten blijven tot in de winter mooi.